Vrouwen zijn kwaad. Tijd om te luisteren
Sigrid Wallaert is PhD-onderzoeker wijsbegeerte aan de Universiteit Gent en bij FWO Vlaanderen. Ze behaalde eerder een master en research master in de wijsbegeerte. Haar doctoraat gaat over vrouwelijke woede. In haar gastblog schrijft ze over het structurele maatschappelijke mechanisme dat veel vrouwen kwaad maakt: misogynie, vrouwenhaat. Vrouwelijke woede is vaak een teken van onrecht en onmacht, en houdt een belangrijke maatschappelijke boodschap in. Als we als maatschappij gendergelijkheid serieus nemen, is het volgens Sigrid dan ook noodzakelijk om te luisteren naar vrouwen die kwaad zijn.
In de dagen voor ik aan dit stuk begon te schrijven, was ik in mijn achterhoofd op zoek naar een invalshoek. Een manier om een thema dat ik zo belangrijk vind uit de filosofische ivoren toren te halen en behapbaar te maken voor eender wie. In diezelfde dagen beheerste één naam het nieuws: Bart De Pauw. Nieuwsmedia bestookten hun abonnees met hijgerige updates over elke vinger die De Pauw bewoog. Toen ik mijn eigen reactie op dit proces en de behandeling ervan in de media opmerkte, wist ik meteen dat ik mijn invalshoek gevonden had.
Dit proces maakte mij immers kwaad. En niet alleen mij: op sociale media liep mijn tijdlijn vol met andere vrouwen die hun woede, hun frustraties, hun gevoel van onrechtvaardigheid uitten. Vrouwen voelden zich collectief betrokken bij deze zaak. We hebben allemaal wel een dergelijk verhaal, over onszelf, over onze beste vriendin, over onze rolmodellen. Het onderliggend mechanisme dat mannen als De Pauw stuurt in hun grensoverschrijdend gedrag is er één dat alle vrouwen raakt: misogynie.
Ik weet het, misogynie is een sterk woord. Het schrikt af. De Pauw een vrouwenhater noemen, gaat dat niet wat ver? Dit mag dan wel de letterlijke betekenis van het woord zijn (een combinatie van het Griekse misos, haat, en gunè, vrouw), maar de praktijk is anders. De Australische filosofe Kate Manne wijdde een heel boek aan het concept misogynie. In haar analyse neemt ze geen genoegen met het bestuderen van het concept op zich en het courante gebruik ervan. Ze merkt immers op dat misogynie al te vaak gebruikt wordt om te verwijzen naar individuen, meestal mannen, die een soort psychologische afwijking zouden hebben waardoor ze vrouwen haten. Dat is niet genoeg.
Manne stelt een verbeterende analyse voor, waarin ze niet zomaar kijkt naar de manier waarop het concept gebruikt wordt, maar het verder probeert te ontwikkelen: waarom gebruiken we deze term? En hoe kunnen we het gebruik ervan verbeteren? Zo wil Manne met haar analyse vertrekken vanuit het standpunt van de slachtoffers van misogynie, en niet van de daders. Haar concept is geen individuele psychologische attitude, maar ligt dieper: het gaat om stevig verankerde maatschappelijke structuren die de patriarchale gang van zaken in stand houden. Die structuren nemen bij Manne de vorm aan van een patroon van geven en nemen, waarbij mannen verwachten dat ze vanalles kunnen nemen (‘mannelijke privileges’) en waarbij vrouwen verwacht worden vanalles te geven (‘vrouwelijke diensten’).
Woede is een mooi voorbeeld van dit patroon. Al van in de Oudheid worden kwade vrouwen niet serieus genomen. Ze worden belachelijk gemaakt, krijgen een psychologische diagnose opgespeld (‘hysterie’, anyone?), of weggezet als te emotioneel om mee te tellen. Voor mannen daarentegen wordt woede gezien als een teken van sterkte. Kijk maar naar de voormalige Amerikaanse president Donald Trump, wiens kwade hoofd vier jaar lang zo goed als elke avond onze televisieschermen sierde. Als we de analyse van Manne hierop toepassen, krijgen we een mooie wisselwerking.
Mannen mogen woede uiten (mannelijk privilege), van vrouwen wordt verwacht dat ze luisteren en vooral geen tegengas geven (vrouwelijke dienst).
Of om de zaak De Pauw als voorbeeld te nemen: mannen mogen allerlei grenzen overschrijden, vrouwen moeten dat maar accepteren of zelfs als compliment zien.
Is het dan verwonderlijk dat vrouwen kwaad zijn? Ik denk het niet. En als onze woede niet serieus genomen wordt, zoals al te vaak het geval is, komen we in een spiraal van woede terecht. Misogynie maakt vrouwen kwaad, maar die woede wordt niet gehoord, wat vrouwen nog meer kwaad maakt, et cetera.
Nu, als woede toch niet gehoord wordt, is het misschien geen goed idee om kwaad te worden. Misschien kan je beter wat kalmeren, je stem minder schril maken, de tranen uit je ogen weren, en je rationeel opstellen. Zo maak je meer kans om gehoord te worden, toch? Verkeerde vraag, zegt een andere filosofe. Amia Srinivasan, professor aan de Universiteit van Oxford, wil een nieuw criterium om woede te evalueren. Niet het praktisch nut doet ertoe, maar de redenen achter je woede. Is je woede een geschikte reactie op de situatie waarin je je bevindt? Proficiat, je woede is gerechtvaardigd.
Vrouwen worden wel degelijk geschaad door misogynie, op meer manieren dan op te noemen zijn. De vrouwen die De Pauw belaagde, werden geschaad door zijn acties. Ze voelden zich onveilig, twijfelden aan zichzelf, voelden zich niet meer goed in hun job. Als ze daar dan met woede op reageren, is dat meer dan terecht.
Bovendien is woede meer dan een jasje rond een bestaande boodschap. Woede gebruiken als retorische tool is zeker een optie, maar het is niet de enige. Wat al te vaak over het hoofd gezien wordt, is dat de woede zélf een boodschap bevat. Het is een signaal dat er iets misloopt, en dat de kwade persoon dat anders wil.
Woede is een overduidelijk teken van onrecht en onmacht.
Daarom is het zo belangrijk dat we er een punt van maken om naar de woede van vrouwen te luisteren. Ook als ze ons wat onwennig doet voelen, ook als we liever een kalm gesprek zouden voeren. Woede is vaak een laatste uitweg en komt pas naar boven als meer geaccepteerde vormen van communicatie niets opleverden. De boodschap van een kwade vrouw zomaar wegzetten, is haar een groot onrecht aandoen.
Haat Bart De Pauw vrouwen? Dat kan, maar het is geen noodzakelijke voorwaarde om van misogynie te spreken. Misogynie is de onderliggende structuur van zijn daden, en maakt vrouwen terecht kwaad. Net omdat kwade vrouwen meestal niet gehoord worden, is het zo pakkend om te zien dat de slachtoffers een stem krijgen in dit proces. De ontvangst in de media, zowel de sociale als de traditionele, laat echter te wensen over. Dit maakt vrouwen weer kwaad, en weer terecht.
Er is dus werk aan de winkel. Als we de onderdrukking van vrouwen serieus willen nemen, zullen we moeten luisteren naar hun woede. En wel nu.