Vastzitten in de pyjama-zone: ik denk dus ik ben… agender?
Kika Man 文詠玲 (die/zij) is een schrijver en student uit België en uit Hong Kong. Gedurende heel haar leven speelt, leert, en leest ze poëzie en veel meer. Kika schrijft over mentale gezondheid, reizen en dromen, over hun meervoudige achtergrond, over muziek en over blauwheid. Naast het schrijven van poëzie is Kika ook deel van Slam-T (een spoken word en slam poetry platform). Ze is afgestudeerd in de Sinologie aan de UGent en in de Gender en Diversiteit, en is nu een doctoraat aan het najagen in de culturele studies aan de Chinese University of Hong Kong. In hun eerste bijdrage voor Genderklik schrijft Kika over hoe die hun meervoudige identiteit ontdekt en navigeert in een wereld die graag in hokjes denkt.
Mijn gender uitvogelen is een beetje zoals wakker worden om zes uur in de ochtend en moeten zoeken naar hoe ik me voel. Vorige week liep ik rond op de dijk van het Bretoense stadje Brest en praatte ik met iemand over hoe ik de schrik heb dat ik wel/niet agender ben. Ik denk dat de zoektocht naar je (gender)identiteit gepaard gaat met veel twijfels. Ik weet dat; dit is een ongedwongen feit.
In een wereld waar een overvloed heerst aan enerzijds witte cis-gender heteronormativiteit, en anderzijds een puinhoop aan zelfverzekerde mensen die torenhoog uitsteken en heerlijk advocaat kunnen spelen over hun identiteit, lijkt er vaak geen ruimte voor twijfel en onzekerheid. Dit is iets wat persoonlijk op veel terreinen tegenkom. Het maakt nu niet uit of dit geldt op vlak van gender, seksualiteit, beperking, afkomst…
Zo vragen mensen me vaak waar ik vandaan kom? Hoe vervelend de vraag ook mag zijn, mijn antwoord is dan meestal dat mijn moeder uit China/Hong Kong komt maar mijn vader uit België. Tegenwoordig probeer ik niet meer de slimmerik te spelen door te zeggen, ik kom uit Gent maar ik ben geboren in Brussel. Ik zeg ook niet meer dat ik half-Chinees ben. Dit doet nogal afbreuk aan mijn volledig zijn op welke manier dan ook. Ik ben nu eenmaal niet echt voor de helft Chinees en voor de helft Belgisch. Puur biologisch bekeken is mijn bloed ook geen exacte mengeling van welke etniciteit dan ook, dit gaat verder op genetisch materiaal en dergelijke. Er is de ingewikkelde kwestie of Hong Kong, als Speciale Administratieve Regio, deel uitmaakt van China, maar daarnaast is het ook veel complexer dan gewoon 50/50 zijn.
Ik heb leren omgaan met deze onzekerheid door te spelen met hoe ik mij voel en hoe ik mij uit.
Dat doe ik aan de hand van mijn studies, mijn woonplaatsen, en zelfs mijn familienamen. Zo gebruik ik mijn Chinese naam langs moederkant als artiestennaam en de naam die mij is gegeven bij mijn geboorte voor in meer officiële situaties. Soms zeg ik tegenwoordig dat ik misschien meer Chinees ben dan mijn moeder; het is een persoonlijk grapje geworden. In het Chinees is er een uitspraak suixiang rusu 随乡入俗, waar je ook bent, volg de lokale gewoonte. Ik denk dat ik misschien meer zoals een octopus ben die zich aanpast aan diens omgeving om er daarna mee te spelen en te puzzelen. Octopussen lopen soms rond met allerlei stukken schelpen om zo een pantser te maken, is dat wat ik doe met al mijn aparte deeltjes ik wanneer ik niet in mijn holletje onder de lakens zit? Met andere woorden, door veel te spelen en strategisch te antwoorden leer ik omgaan met mijn gemengde etniciteit en ga ik verder dan eenvoudige rekensommetjes doen over hoeveel procent een mens wat is. Dit is nog niet helemaal gebeurd wanneer het aankomt op mijn gender.
Back to Brest. Ik heb wel vaker last van het zogenaamde imposter syndroom. Ik ben een schrijver en vraag me vaak af of ik mij wel zo mag noemen. Mijn manier van een antwoord bieden is door meer te schrijven. Maar ik kan niet meer ‘genderen’, of in mijn geval ‘agenderen’. De vraag ‘hoe weet je dat…?’ stoort me enorm want ik weet het niet, ik voel gewoon. Ik voel me niet 100% vrouw. Ik weet dat het mogelijk is om te spelen met de normen van wat vrouw-zijn is en deze te verleggen maar dat doet het ook niet volledig. Ik weet ook dat mijn seksualiteit hier misschien wat mee te maken heeft, zijnde aseksueel zijn en hoe vrouw-zijn altijd gelinkt staat aan fertiliteit. Maar rationeel weet ik ook dat dat slechts een sociaal geconstrueerde norm is: niet alle mensen die zwanger worden zijn vrouwen en niet alle mensen die vrouwen zijn kunnen zwanger worden, of willen zwanger worden. Dus daar kan ik het ook weerleggen. Heel veel onzekerheid, heel veel heen-en-weer gegaan (en nog altijd).
Wie ben ik? De essentiële levensvraag.
Ik vraag mij dit vaak af op vlak van hoe ik mij uit. Als iemand die zot is van glitters kan ik soms femme overkomen, heeft dit dan een weerslag op mijn gender? Ik heb al enkele jaren geleden geleerd dat genderidentiteit en genderexpressie niet hetzelfde zijn. Toch blijven de twijfels knagen. Zeker wanneer ik bezig ben mijn Chineseness terug te claimen en qipao’s (traditionele Chinese vrouwelijke klederdracht) draag, soms voel ik me dan ook het meest agender ooit. Want ik speel met gender en ik draag dingen die ik niet “mag” dragen volgens normen en ik doe het toch. Alles is een sociaal construct. Soms word ik hierdoor een beetje nihilistisch maar dan denk ik: het leven is slechts wat we het leven noemen. Hiermee bedoel ik dat alles enkel de waarde heeft die we eraan geven. Nu zitten we vast in een grotendeels patriarchale heteroseksuele maatschappij waarbij gendernormen in een heel medisch en binair (wit) jasje worden gestoken.
Met andere woorden, er is iets mis met de manier waarop we gender benaderen. Voor mij is de wereld niet ingedeeld in slechts optie A of optie B, en een derde gender toevoegen is nog minder logisch want dan zetten we ons vast in drievoudsysteem. En ik gun mensen iedere overwinning op vlak van gender, transgender mensen bijvoorbeeld hebben al veel bereikt en gewoon gender wegdoen klopt niet. Op dit niveau kunnen labels heel restrictief werken en is het niet altijd mogelijk om altijd zelfzeker te zijn. Het is belangrijk om ruimte voor twijfel en zoektocht open te laten en voor ambiguïteit zijn weg te vinden.
In een conversatie met vrienden kwamen we tot de conclusie dat gender een beetje is zoals verschillende kleuren. Je kan ze mengen, sommige kan je niet zien, sommige mensen zien bepaalde kleuren anders, en hoe zeker kunnen we zijn dat mijn blauw hetzelfde blauw is als dat van een ander? Het is zeker geen continuüm in de zin dat er een balk is met twee uitersten maar eerder een spectrum. Ik beeld het me een beetje in als een universum waar alles overal en nergens kan zijn. Of zoals Doctor Who tijd beschrijft: “wibbly-wobbly timey wimey.” Wat is dan het verschil tussen non-binair en agender, als non-binair niet gewoon een derde optie is? Dat is eerst en vooral een persoonlijke kwestie en iedereen vult dat op zijn eigen manier in. Het is vergelijkbaar met het verschil tussen biseksualiteit en panseksualiteit op dat vlak. Vanuit mijn opzicht is non-binair een van de vele genders die er bestaan, maar gaat agender verder want dat is het compleet ontkennen van het systeem. Zoals ik seksualiteit niet begrijp en volledig biologisch benader, zo gebeurt voor mij hetzelfde met gender. Ik zie mensen met bepaalde geslachtsdelen en hoe ze zich daarbij voelen is daar voor mij compleet niet aan gerelateerd van (los van het feit dat genderdysforie wel degelijk bestaat). En ik geloof in de mogelijkheid van een harmonie waarbinnen mensen met elkaar kunnen overeenkomen ondanks de verschillen in mening. Met andere woorden, transgender mensen en agender mensen bestaan allebei. Ze overlappen zelfs.
Ik heb schrik om mijzelf agender te noemen. Misschien zijn deze twijfels geworteld in een soort van schaamte die ik mezelf nog niet helemaal heb ontleerd, of misschien denk ik gewoon dat ik agender ben omdat ik speciaal wil zijn? Maar ik geloof dat door het zelfs te overwegen, door zelfs ergens te denken ‘hier klopt iets niet’, dat dat de doorslaggevende zet is die mezelf buiten het typische genderspectrum plaatst. Dus neen, ik ben geen vrouw maar voor mij is dat een lege categorie. Ik gedraag me misschien vrouwelijk van tijd tot tijd maar ook dat kan iedereen, vrouw of niet. Dus waar ligt de grens?
Om mee af te sluiten, een gedicht over mijn mogelijk agender identiteit dat eerder werd gepubliceerd in Warning Lines Magazine Fall’n Cherub (#3):
My binder carries me to bed: an agender pantoum
I think I might be agender,
When I told my therapist she nodded and asked me why,
it’s the only safe body I could ever encounter, I do not want to surrender.
I am looking for at least one comfortable night before I die.
My therapist nodded and asked me why,
I looked back at third grade and the days I started feeling gravel dirty.
I am looking for at least one comfortable night before I die.
Now I find my solace in a binder catching my breath in a sigh so sturdy,
I looked back at the days I started feeling the gravel dirty roads
unravelling my childhood into my now chaotic head.
Now I find my solace in a binder catching my breath in a sigh so sturdy.
It carries me on clouds of dysphoria to my bed.
Unravelling my childhood into my now chaotic head,
I can finally succumb to resting. I turn tender.
I am carried on clouds of dysphoria to my bed.
I think I might be agender.