Als vrouw kom je nooit als gelijke aan de tafel
Chantal Pattyn is kunsthistorica en werkt sinds 1990 voor VRT, waar ze verschillende programma’s maakte voor o.m. Studio Brussel en Canvas. Sinds 2007 is ze netmanager van Klara, waar ze ook het kunstprogramma Pompidou presenteert. Deze zomer is ze bovendien curator van het Kunstenfestival Watou. In deze gastblog schrijft ze over haar ervaringen met seksisme en paternalisme, in haar professionele traject van radiomaker tot nethoofd, maar ook in haar leven als alleenstaande moeder. Over de trage maar gestage aftakeling van the old boys network, de blijvende nood aan sisterhood, en de kracht van zelf het goede voorbeeld te geven.
Het was ergens diep in de jaren negentig. Ik was dat meisje van Studio Brussel. De Amerikaanse band Green on Red had net een sessie gespeeld. Chuck en Dan had ik die namiddag thermoskoffie en lauw bier gebracht, alsmede de legendarische VRT-boterham met kaas, ’s ochtends vroeg al in een plastic zak verpakt. De sfeer was uitgelaten. Na de opname installeerde ik me achter de microfoon voor het gesprek. En toen hoorde ik, uit de mond van één van de twee: ‘Are yóú doing the interview?’ ‘Uh, yes.’ ‘Awesome, we thought you were from the catering!’. Nou, die zat.
Anno nu had een woke presentator (ik heb mezelf doelbewust nooit als presentatrice omschreven, dat -rice suggereert dat een vrouw de job minder serieus doet) die twee linea recta hun tourbus in gestuurd. Dat deed ik niet. Wellicht heb ik toen verlegen en met een rode kop gezegd dat ik de host van het programma Update was. Dat ze het met mij moesten doen. Ik kreeg excuses, het interview was beestig geestig en eindigde met een extra zangstonde gericht aan mijn lakschoentjes: ‘The girl from Brussels with the silver buckles on her shoes’. Kortom, Dan en Chuck lagen letterlijk aan mijn voeten.
Deze herinnering is ongeveer dertig jaar oud. Maar een en ander werd die dag pijnlijk duidelijk: als vrouw in wat toen een 100% male business was, had je je plek te kennen. En eenmaal die plek veroverd, werd je een object dat uitermate bekritiseerd (1) maar ook bezongen (2) kon worden. Situatie 2, die je mannelijke collega zelden overkomen zou, was net iets aangenamer dan situatie 1. Maar situatie 1 was wel jarenlang de grondtoon. Als jonge vrouw maakte je geen deel uit van de club. En wanneer het muze-verhaal weer eens begon, was ik snel de hoek om.
Ik blijf erbij: als vrouw had en heb je extra je best te doen. Want je komt nooit als gelijke aan de tafel.
Die opmerking, die dag, heeft een realist van me gemaakt. Je bent de uitzondering. De alien en de olifant in de kamer.
Eenmaal in een rol als leidinggevende gaan de poppen helemaal aan het dansen. Ik heb mannen alle registers zien bespelen. Indien de vernedering niet werkte werd de paternalistische modus gehanteerd. Men heeft me vaak proberen uit te leggen hoe ‘het’ werkte. Dat ‘het’ was een generalistische term voor the powers that be. Terwijl je met die powers niets van doen had, omdat je de dingen intuïtief anders aanpakte. Nu gaat tijdens meetings meteen een mansplaining-alarm af. Toen niet. Je zat als vrouw alleen tussen een paar mannen die het doorgaans laaiend met elkaar eens waren.
En dan de overtreffende trap: als niets uit de trukendoos werkte, werd je weggezet als een moeilijke. En wellicht even hard als een man. Weer niet goed! Hèhè. Tot je her en der een paar mannen van hun sokkel zag vallen. Betrapt op onbeduidendheid.
Op een dag ben je zo oud en ervaren dat je mee mag doen met the boys. Nu en dan laat zo’n boy echter nog een steekje vallen. Want the old boys network bedisselt graag alles voor of na vergaderingen. Liefst tijdens het drankje nadien, wanneer je als single mom al de deur uit bent omdat je zoonlief zelf in bed wil stoppen. Covid-19 stak wat dat betreft een extra stokje in de wielen. Wie hoopte dat een virus voor meer gelijkheid zou zorgen, kwam bedrogen uit. In het Klara-programma Pompidou hadden we minder vrouwen te gast tijdens de pandemie: vaak waren ze verhinderd wegens te veel werk en de zorg voor de kinderen die thuis waren. En dat met een compleet vrouwelijke redactie. Merde.
Vrouwen gaan ook niet vrijuit. Ze moeten leren uit hun opgelegde sjabloon te stappen. Ik pleit zelf schuldig. Mijn zoon vindt het niet eerlijk dat ik hem niet om kwart voor vier aan de school kan ophalen. (Andere mama’s zijn er wel. Balen!) Ik leg hem dan uit dat er leukere dingen zijn om samen te doen en probeer me niet slecht te voelen. En toch laat ik nu en dan in het midden van de dag alles vallen om dwars door de file op tijd aan die verrekte poort te staan. Om na bedtijd aan de tweede shift te beginnen.
Ik ken veel hoogopgeleide vrouwen met topjobs die naast een krankzinnige dagtaak nog altijd het gros van de zorg voor de kinderen en het huishouden op zich nemen.
Ik heb zelf, nu mijn zoon dertien wordt, geen idee hoe ik het al die tijd klaargespeeld heb. Het is hogere magie.
Ik herinner me wel de toorn van een aantal vrouwen die het een schande vonden dat ik naar de Biënnale van Venetië trok terwijl mijn moeder voor mijn ziek zoontje zorgde. Hun hardvochtigheid zal ik nimmer vergeten. Blijkbaar moet je als vrouw vooral een perfecte moeder zijn. Al de rest is ijdelheid. Denk vooral niet dat je als hard werkende vrouw en moeder op applaus moet rekenen. Ja, men noemt je soms sterk en flink en nog zo een paar van die dingen. En (giga alarm): ‘Hoe krijgt je ’t allemaal gecombineerd?’ Alweer die brommende grondtoon: een vrouw hoort dit niet te doen. Natuurlijk hoort een vrouw dit te doen. Neen, ik heb nooit deeltijds gewerkt. Ik kon na mijn zwangerschapsverlof niet snel genoeg aan het werk gaan. Schande! Sisterhood is soms ver te zoeken. Nog altijd is niet iedere vrouw overtuigd van het feministisch gedachtengoed.
Nu is de wereld nooit zwart en wit. Ik wil van dit forum gebruik maken om alle mannen te bedanken die nergens schuld aan hadden. Ik kon van hen leren zonder mij hun mindere te voelen en ze gaven me vleugels, omdat ze in mij geloofden. Thanks, honeybuns (pardon my French). Ik zou, ten bewijze van die stelling, ook alle vrouwen kunnen opnoemen die uit pure afgunst stokken in mijn wielen staken. Wetenschappers zeggen dat ook dit gedrag systemisch en geïnstitutionaliseerd is. Want we zijn allen met dezelfde normen gesocialiseerd. Om eerlijk te zijn, ik heb vaak meer geleerd van genereuze mannen dan van genereuze vrouwen. Die vrouwen waren er niet toen ik tot wasdom kwam. Wellicht hadden ze destijds genoeg aan hun eigen gevecht.
Door al die ervaringen heb ik het zelf anders aangepakt. Ik had de kans om een pak jonge vrouwen kansen te geven. Eén voor één zijn ze uitzonderlijk getalenteerd. Net als een aantal jonge mannen. Slechts één keer kreeg ik de vraag of er nog mannen bij Klara werkten.
Tot slot, als ik merk hoe in bepaalde middens over vrouwen wordt gesproken, ben ik de wanhoop nabij. Zelfs de kunstwereld, woke aan de buitenkant, heeft nog veel lessen te leren. Nu moet ik het zelfs meemaken dat witte mannen zich voorbij gestoken voelen nu al die kunstenaars van andere origines, veel vrouwen vaak, hun intrede doen.
De correctie op een eeuwenlange witte en mannelijke dominantie gaat gepaard met veel deining.
Maar ik zeur niet. Er zijn grotere problemen op deze wereld. Vele vrouwenkwesties hebben alles te maken met sociale (on)gelijkheid. Ik erken dat er veel vrouwen zijn die door financiële krapte niet in staat zijn om uit een kreupel huwelijk te stappen en voor zichzelf op te komen. Ik erken dat er alleenstaande moeders zijn die niet kunnen werken omdat ze de kinderopvang niet kunnen betalen. Ik erken dat feminisme all inclusive moet worden. Voor alle religies, kleuren en leeftijden.
Ik sluit af met een bekentenis: ik riep recent ‘trien’ naar een vrouw die een raar manoeuvre in haar auto maakte. Wellicht reageerde ze even slecht en met nog lelijkere woorden op mijn getoeter. Maar het was dat of samen de gracht in. Ergens op een Vlaamse polder. We survived. En we gaven elkaar een dikke knipoog na ons bijna-accident.